Artroscopie betekent: in het gewricht kijken. Dit is meestal de knie, maar soms de schouder, de enkel en af en toe de elleboog, de pols of de heup.
Het kniegewricht bestaat uit twee beenderen, het scheenbeen en het dijbeen. De uiteinden daarvan zijn bedekt met een laag kraakbeen, zodat de knie soepel beweegt. Dit kraakbeen is zeer elastisch en kan schokken en stoten opvangen.
lees hier meer over de anatomie van de knie
De bedoeling van een artroscopie is om de diagnose beter te kunnen stellen.
|
Via twee of drie kleine steekwondjes worden een camera en zeer fijne instrumenten naar binnen gebracht. |
Een meniscusscheur kan zeer vlot behandeld worden.
Alleen het gescheurde deel wordt verwijderd en het intakte deel blijft op zijn plaats.
Op die manier blijft zoveel mogelijk van de meniscus bewaard, deze kan dan verder zijn functie als schokbreker behouden en zorgen dat er geen vroegtijdige slijtage van het kraakbeen optreedt.
Losse stukjes kraakbeen en bot kunnen ook door middel van een artroscopie worden verwijderd. Dit geeft vaak een oplossing op middenlange termijn voor slijtageproblemen van
de knie.
Defecten in het kraakbeen worden d.m.v. VAPR behandeld, de zgn. chondroplastie.
Een kruisbandscheur kan in bepaalde gevallen met intensieve oefentherapie worden behandeld.
Soms is hiervoor echter een tweede operatie nodig, meestal bij jonge en/of actieve patiënten.
Hierbij wordt dan, ook via een kijkoperatie, een nieuwe kruisband gecreëerd.
Bij sommige afwijkingen kan na het stellen van de diagnose tijdens dezelfde operatie meteen de behandeling volgen.
Een groot voordeel van artroscopische operaties is dat het herstel in het algemeen heel vlot verloopt en dat vrijwel altijd direct na de ingreep de knie weer volledig belast mag worden.
De operatie vindt plaats onder algemene narcose of plaatselijke verdoving (eperiduraal). Een plaatselijke verdoving kan al dan niet worden gecombineerd met een slaapmiddel, dit voor patiënten die niets wensen te merken van het ganse operatiegebeuren. Het is echter perfect mogelijk om de ingreep 'live' te volgen op de monitor.
Er wordt een kleine camera (artroscoop) via een zeer klein sneetje (1 cm)aan de zijkant van de knie ingebracht.
Het ganse systeem wordt aangesloten op een monitor systeem dat het ganse beeld sterk vergroot.
Via een aparte aan- en afvoeropening wordt het gewricht continu gespoeld met een zoutwateroplossing.
Tijdens de operatie worden fijne tangetjes of schaartje in het gewricht gebracht.
De operatiesneetjes worden gehecht,er wordt een relatief dik en compressief verband aangebracht.
Soms is het mogelijk om een sutuur of hechting van de meniscus scheur uit te voeren. |
Pijnstillers en medicatie tegen flebitis wordt meegegeven voor één dag.
Mobilisatie van de knie mag zeker, maar met mate omdat de wondjes anders openspringen. Stappen mag eveneens met mate, grote afstanden dienen de eerste twee tot drie dagen te worden vermeden.
Krukken zijn aangewezen voor drie dagen, progressief afgebouwd van twee naar één kruk.
Douchen is toegestaan, direct ontsmetten is aangewezen en daarna een nieuw verbandje op de wondjes.
U krijgt tevens een verslag van de ingreep en een kine voorschrift mee, de bedoeling is om na vier dagen met de kine te starten.
Na een artroscopische ingreep kan ontslag dezelfde dag plaatsvinden. In een aantal gevallen is een overnachting beter, bijvoorbeeld als de anesthesist dit beter vindt of u toch teveel pijn zou ondervinden of moeilijk te been bent.
lees hier de postoperatieve richtlijnen na een artroscopie van de knie
Bij elke operatie kunnen complicaties optreden maar bij artroscopie komt dit gelukkig zelden voor.
Mogelijke complicaties zijn:
Het grote verband rond uw knie mag op de derde dag verwijderd worden. Meestal krijgt u een controle afspraak een aantal dagen na de ingreep op de polykliniek.
Vaak is er op dat ogenblik nog een zwelling van de knie aanwezig, soms dient een punctie te worden uitgevoerd om het overtollige vocht te verwijderen. De huidwondjes zijn vaak nog dik, soms is er een duidelijk voelbare "knikker" aanwezig onderhuids. Dit komt doordat het onderliggende kapsel ook geopend is en wat langere tijd nodig heeft om te genezen. Dit neemt een aantal weken in beslag maar verdwijnt quasi altijd spontaan.
Het moment waarop u weer kunt werken is afhankelijk van de aard van de ingreep en het soort werk dat u doet. In het algemeen wordt twee weken aangehouden voor zittend werk en drie weken voor zwaarder werk.
Sporthervatting kan ook variëren met het type sport. Het is niet verstandig contactsporten binnen een maand te hervatten. Zwelling als reactie op activiteit is een sein dat u het wat rustiger aan moet doen.