Graad drie letsels van het AC gewricht bij sportief actieve personen of mensen die zware arbeid moeten verrichten worden best chirurgisch behandeld. Hierbij wordt het gewricht hersteld en wordt het sleutelbeen weer op zijn normale positie ten opzichte van het schouderblad geplaatst.
De meest acurate behandeling van een luxatie van het AC gewricht gebeurt door middel van een synthetisch Lars ligament.
De LARS reeks bevat twee maten van acromio-claviculaire ligamenten ; hun gebruik hangt af van het gewicht van de patiënt en van zijn sportieve activiteiten.
Het LARS ligament handelt als een versterking om het coraco-claviculair ligament toe te laten te genezen en in te groeien in de synthetische vezels. Zij laten een onmiddellijke mobilisatie toe. De fixatie gebeurt via twee tunnels door het sleutelbeen,het ligament wordt gefixeerd door middel van twee kleine schroefjes in het sleutelbeen.Een perfect stabiel en blijvend herstel van het AC gewricht is op deze manier mogelijk.
Het gebruik van lus technieken biedt de mogelijkheid tot een snellere werkherneming speciaal bij de jongere, actieve patiënten of bij de patiënten met een dislocatie graad 3 of meer.
Luxaties van het schoudergewricht zijn relatief frequente letsels, zeker bij bepaalde sportactiviteiten. De meeste letsels komen voor in het acromioclaviculaire gewricht, dit is de verbinding tussen het acromion (deel van het schouderblad) en de clavicula (het sleutelbeen). Vaak ontstaat er echter verwarring: de AC luxatie wordt soms ten onrechte aanzien als een schouderluxatie, hierbij komt de kop van de bovenarm uit de kom van het schouderblad. Het zijn echter twee totaal verschillende letsels!
Er zijn verschillende graden van letsels, van mild tot ernstige, volledige scheuren van de ligamenten.
Graad 1 letsel Het mildste letsel of een gewone verstuiking van de gewrichtsbanden. |
|
Graad 2 letsel Er is een scheur van de acromioclaviculaire ligamenten, maar het coracoclaviculair ligament is nog intact. Hierbij treedt er een matige |
|
Graad 3 letsel Er is zowel ter hoogte van het acromioclaviculair ligament als het |
De meest frequente oorzaak van een AC luxatie is een val op de schouder: op het moment dat de schouder de grond raakt, wordt het schouderblad naar beneden gedrukt. Het sleutelbeen, dat ook vast hangt aan borstkas en ribben, kan deze beweging maar gedeeltelijk volgen en het gewricht komt onder een dusdanige spanning te staan dat de gewrichtsbanden scheuren en er een luxatie ontstaat.
De symptomen zijn zeer variabel, gaande van een milde pijn over het gewricht tot een hevige en uitgesproken pijn ter hoogte van het gewricht bij een graad drie letsel.
Tevens kan een relatief uitgesproken zwelling optreden ter hoogte van de schouder. Na enige tijd kan er ook door de lokale bloeding een blauwe verkleuring optreden.
Bij een graad drie letsel is er een duidelijk zichtbare bult en er is een zgn. pianotoets teken: bij druk op het uiteinde van het sleutelbeen zakt het naar beneden, wanneer we het evenwel weer loslaten zien we het uiteinde onmiddellijk terug naar boven schieten, net als een pianotoets.
Er is natuurlijk een grondig klinisch onderzoek en een goede anamnese nodig om een correcte diagnose te stellen.
Het is uiteraard van belang om vorige letsels van het schoudergewricht te vermelden! Bijkomend zullen er ook RX opnames gemaakt worden om het letsel te diagnosticeren.
Soms is het nodig om een gewicht in uw hand te houden zodat het letsel duidelijker in beeld kan gebracht worden.
RX opname AC gewricht
De behandeling van graad één en de meeste graad twee letsels bestaat meestal uit een periode van relatieve rust met het dragen van een draagdoek, dit gecombineerd met het aanbrengen van ijs lokaal en het innemen van medicatie.
Relatief snel zal gestart worden met een kine behandeling, in samenspraak met uw arts en uw kinesist zal uw revalidatie verder opgedreven worden met het hervatten van de normale dagdagelijkse activiteiten en op termijn ook de sportactiviteiten.
Graad drie letsels van het AC gewricht bij sportief actieve personen of mensen die zware arbeid moeten verrichten worden best chirurgisch behandeld.
Hierbij wordt het gewricht hersteld en wordt het sleutelbeen weer op zijn normale positie ten opzichte van het schouderblad geplaatst.
Er worden twee dunne pinnen geplaatst die het gewricht tijdelijk zullen fixeren, op deze manier kunnen de gewrichtsbanden die hersteld worden rustig genezen.
Na zes weken zijn deze gewrichtsbanden voldoende hersteld en kunnen deze pinnen weer verwijderd worden.
Indien het niet aangewezen is om een chirurgisch herstel uit te voeren is het de bedoeling om zo snel als de pijn het toelaat te starten met actieve bewegingen van het schoudergewricht, dit zowel onder begeleiding van uw kinesist als zelf thuis.
Initieel wordt gestart met bewegingen onderhands en wordt vermeden om veel bewegingen uit te voeren met de arm boven de 90 graden.
Naarmate de pijn vermindert en de beweeglijkheid beter wordt, zal ook gestart worden met spierversterkende oefeningen van de musculatuur van de schouder.
Gemiddeld gezien verdwijnt de meeste pijn over het verloop van vier tot zes weken, bij ernstiger letsels kan dit evenwel oplopen tot 12 weken!
Een doorgedreven beperking van de activiteiten is niet echt nodig, de letsels kunnen niet echt toenemen!
Initieel net na de ingreep is er een draagdoek aangebracht om uw schoudergewricht te ondersteunen. Na een paar dagen zal gestart worden met de kine behandeling, hierbij zal de eerste dagen vooral aandacht besteed worden aan de controle van de pijn en de zwelling van het gewricht. IJspakkingen en elektrostimulatie zullen gestart worden, vervolgens wordt ook gestart met een zachte passieve mobilisatie van de schouder. Hierbij zal langzaam het schoudergewricht soepel gemaakt worden en een zachte, progressieve stretching van de spieren gestart worden.
De echte actieve therapie wordt slecht na zes weken gestart om de ligamenten die hersteld zijn de tijd te geven om te herstellen. Hierbij mag u nu weer gebruik maken van uw eigen spierkracht om het gewricht te bewegen, aangewezen is om initieel isometrische oefeningen uit te voeren omdat hierbij de spieren wel werken maar het herstellende gewricht niet onder spanning zetten.